Beelddenkers leren anders

Beelddenkers leren anders

Beelddenkers leren anders

Er bestaan twee leersystemen: het verbale leersysteem (taaldenken) en het visuele leersysteem (beelddenken). Ieder kind dat wordt geboren, is voor 100% een beelddenker. Gaandeweg de ontwikkeling komt daar taal bij. Rond het vierde levensjaar ontwikkelt het kind een voorkeurssysteem. Rond het tiende jaar is dit ontwikkelingsproces klaar. Gemiddeld genomen denken de meeste kinderen voor 40% in beelden en voor 60% in taal.

Voorkeur voor het visuele leersysteem

Maar die verhouding gaat niet voor iedereen op. Er zijn mensen die een voorkeur blijven houden voor het visuele leersysteem. Als deze voorkeur boven de 60% ligt, spreken we van beelddenken. Beeld- en taaldenkers verschillen wezenlijk in de manier waarop zij informatie verwerven. Ons onderwijssysteem is vooral ingericht op het verbale leersysteem. Hoe sterker kinderen – en ook volwassenen – een voorkeur hebben voor het visuele leersysteem, hoe groter de kans dat ze vastlopen in het reguliere onderwijs.

De ik leer anders methode

De matrixmethode, de kernvisiemethode, de ik leer anders methode. Het zijn alle drie methodes om het verbale leersysteem om te zetten naar het visuele leersysteem.

In mijn praktijk gebruik ik de methode van Agnes Oosterveen. Zij heeft de ik leer anders methode ontwikkeld. In eerste instantie heeft ze deze methode geschreven voor haar zoontje. Ze kwam er zelf op haar dertigste achter dat ze een beelddenker is. Puzzelstukjes vielen op hun plaats. Haar ervaring is dat beelddenkers in de minderheid zijn en het lesmateriaal niet voor hun is geschreven. Ze nam het besluit om een visuele leermethode te ontwikkelen.

In de loop der jaren is haar succesvolle praktijk ontstaan, waar ze haar methode met ontzettend enthousiasme aan professionals en ouders leert. De methode is voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen, dyslexie, ADHD, ADD, hoogbegaafd, beelddenken of hoog sensitief. Leerproblemen worden praktisch aangepast met direct resultaat. Voor meer info over deze sessies bij mij in de praktijk, ga naar beelddenken.

Is jouw kind een beelddenker?

  • Kan jouw zoon of dochter goed puzzelen?
  • Houdt je kind veel van de TV en/of spelcomputer?
  • Speelt je kind graag met constructiespeelgoed (Lego e.d.)?
  • Heeft je kind een levendige verbeelding en kan daardoor op gaan in zijn/haar fantasiewereld?
  • Wordt hij/zij makkelijk afgeleid?
  • Moet je instructies vaak herhalen voordat taken worden uitgevoerd?
  • Heeft je kind laat leren lopen?
  • Wiebelt hij/zij veel?
  • Eerst doen en dan pas denken?
  • Is hij/zij overweldigend aanwezig op verjaardagen en in pretparken? (Na eerst de kat uit de boom te hebben gekeken.)
  • Denkt je kind erg zwart-wit?
  • Is hij/zij erg perfectionistisch, die niet graag faalt (gevoelig voor kritiek)?
  • Wint je kind graag en is het een slechte verliezer?
  • Herinnert hij/zij gebeurtenissen gedetailleerd (zelfs van jaren geleden)?
  • Heeft je kind problemen met het vasthouden van een pen, slecht handschrift?
  • Heeft je kind een allergie, last van astma of veel oorontstekingen (gehad)?
  • Heeft je kind een goed gevoel voor humor (creatieve woordspelingen)?
  • Moeten de etiketten uit kleding geknipt worden? Draagt hij/zij graag zachte stoffen en heeft hij/zij bijvoorbeeld een hekel aan harde knoopjes?

Als je 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, is jouw kind waarschijnlijk een beelddenker.

De meeste ouders herkennen hun kind direct bij het beantwoorden van bovenstaande vragen. Deze lijst benadrukt met name de drukke kant van beelddenkers. Er zijn daarentegen ook veel beelddenkende kinderen die juist rustig zijn. Ieder mens is anders en uit zich ook anders.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.